Algemene informatie

Geschiedenis

Al duizenden jaren geleden ontdekte men dat als men door een buis blies, er een geluid ontstond. Hiervan werd veel gebruik gemaakt om b.v. boodschappen door te geven of om rituelen kracht bij te zetten. Met name stammen in de tropen maakten hier veel gebruik van. Zij gebruikten hoorns van wilde dieren of maakten een buis van hout uit de bomen in de tropische regenwouden. Uit de Assyrische en Egyptische cultuur kennen we al een soort "trompet". In de Romeinse tijd werd e.e.a. al verfijnd. De Romeinen maakten een rechte buis van brons of ijzer en plaatsten daarop een uit been gemaakt mondstuk. Het uiteinde van de rechte buis was enigszins getulpt tot een beker. Door de eeuwen heden is men altijd bezig geweest met het verfijnen en uitbreiden van de mogelijkheden van instrumenten. Toch komt in de negentiende eeuw pas echt een doorbraak. Rond 1820 zijn er instrumenten die veel gelijkenis vertonen met de bastuba echter tot 1850 komen ze weinig voor. In deze jaren staat de ontwikkeling echter niet stil. Het is de Belg Adolph Sax die in 1840 begint aan een hele serie van koperen blaasinstrumenten. Alles gebaseerd op het principe van een sterk verwijdende buis. Uit deze serie komen onze hedendaagse instrumenten. Zij worden dan ook Saxhoorns genoemd. Tot deze tijd werden verschillende tonen gecreëerd door gaten die in de buis waren geboord, open of dicht te houden. Sax combineerde zijn uitvinding met die van Heinrich Stolzel & Friedrich Blushmel, namelijk het ventiel (1815). Ook ontwikkelde hij de ventielbuizen die verschuifbaar waren. De twee grootste Saxhoorns waren de Bariton Saxhoorn en de Bas Saxhoorn. Het verschil tussen deze twee was alleen het kwartventiel op de Bas Saxhoorn. Hierdoor was het bereik veel lager. Sax exporteerde de Saxhoorns naar de Franse militaire muziekkapellen. Daar was men dol enthousiast over de nieuwe instrumenten. Op die wijze ging de Saxhoorn de wereld rond en ontstonden er legio instrumentenbouwers en begonnen professoren zich bezig te houden met het verfijnen van de beker en de ventielen. Zij hebben ervoor gezorgd dat de ontwikkeling niet is blijven stilstaan en wij gebruik kunnen maken van de schitterende Bastuba in zijn huidige vorm.

Algemene informatie

De bastuba behoort tot de familie van de Saxhoorns en heeft een toonbereik van ongeveer 3 octaven. Hij wordt geclassificeerd in de groep van aërofonen (d.w.z. instrumenten die geluid produceren door een luchtzuil in trilling te brengen.) De bastuba is de grootste van de Saxhoorns en produceert dan ook de laagste klank. Net als alle andere koperen blaasinstrumenten is de bastuba niets anders dan een sterk verwijdende koperen buis, die smal is aan de zijde waar men in blaast en breed is aan de zijde waar het geluid uitkomt. De buis is gemaakt van koper en meestal bedekt met een laklaag, of is vernikkeld of verzilverd. De tonen ontstaan doordat men de lucht in de buis laat trillen en hierdoor het metaal mee gaat resoneren. Zo ontstaat de specifieke klank. De "luchtzuil" in de buis in trilling brengen gebeurd door het laten trillen van de lippen tijdens het uitblazen in het mondstuk. Hoe langer de buis is des te lager de klank. De lengte van de buis (niet opgerold) van de bastuba bedraagt 5,5 meter. De buis kan op verschillende trillingen resoneren. Dit zijn de zogenaamde "natuurlijke tonen".

Werking van de tuba

De tuba is de verzamelnaam van de bassen bij de koperen blaasinstrumenten. Hij heeft drie of vier ventielen, bij symfonische tuba's veelal vijf en bij F tuba's vaak zelfs zes ventielen. Het neerdrukken van de kleppen / ventielen bij een tuba vergroot in feite de lengte van de gebruikte buis, waardoor de toon verlaagd wordt. Het tweede ventiel doet zo de noot een halve toon dalen, de eerste twee halve tonen, de eerste en de tweede samen drie, de tweede en de derde samen vier, de eerste en de derde samen vijf en de drie kleppen samen zes (dit laatste komt zelden voor). Het (eventuele) vierde ventiel doet de toon meteen met een kwart dalen en wordt daarom kwartventiel genoemd.

De naamgeving van tuba-achtige instrumenten is een tamelijk lastige zaak:

  • In verschillende landen zijn verwarrende benamingen in zwang voor dezelfde of soortgelijke instrumenten
  • De boring (cilindrisch/conisch) en daarmee de klank kan aanleiding geven tot een andere naam.
  • Het aantal ventielen/kleppen verschilt en kan daarmee aanleiding geven tot een andere naam.
  • De richting van de beker kan omhoog of naar voren staan en kan daarmee aanleiding geven tot een andere naam.
  • Stemming (C in symfonieorkest,  in harmonieorkest en fanfare)
  • Afhankelijk van de regio wordt hetzelfde instrument soms anders genoemd.

Adolphe Sax heeft in zijn werk geprobeerd om binnen de trompet/tuba familie alle leden een overeenkomstige klankkleur te geven. Dit heeft aan de verwarring bijgedragen door een hele reeks saxhoorns van piccolo tot sub-contrabas naast de bestaande trompetten en bassen erbij te maken.